
Jeugdopleiding
Lars Pieper is begonnen als Hoofd Jeugdopleiding
Per 1 januari 2023 heeft DVO/Transus een Hoofd Jeugdopleiding! Lars Pieper gaat tot en met seizoen ‘24-’25 aan de slag om het – voor ons cruciale – onderdeel talentontwikkeling van het reeds bestaande Topsportplan in de praktijk te brengen en zo de DVO-academie naar een (nog) hoger niveau te tillen.
De meesten kennen Lars natuurlijk als succesvol en bevlogen trainer van onze huidige A1. Maar hoewel Lars een duidelijke trainersambitie heeft (“Ik wil als coach de Korfbal League winnen.”), werd hij ook wel geprikkeld door het aanbod om de Bennekomse jeugdopleiding te gaan leiden: “Ik vind het heel interessant om te kijken wat je kan doen als je iets hoger in de organisatie zit. Want hoewel ik in mijn fijne jaren hier heb gemerkt dat veel zaken goed geregeld zijn, vond ik wel dat er bij het stuk jeugdopleiding uit het Topsportplan een beetje een brug miste tussen beleid en uitvoering, en ik vind het heel interessant om die brug te gaan zijn. En omdat het hier gaat om een opdracht waarin ik van mijn hobby deels mijn werk kan maken, wat heel mooi is, blijft er ook tijd over om een team te blijven coachen. Dus de club en ik zien mijn nieuwe functie en trainerscarrière los van elkaar.”
Jeannette Teunissen, portefeuillehouder Topsport in het bestuur, licht de aanstelling van Pieper toe: “DVO kent al jaren een goede jeugdopleiding, met de daarbij behorende successen. Maar de behoefte om de opleiding meer structureel centraal uit te voeren en te borgen is groot binnen de club. Kinderen ontwikkelen allemaal op een eigen tempo en niveau, en daarom moet iedereen, gedurende de gehele doorlooptijd in de jeugd, de kans krijgen om goed te leren korfballen. Het is daarom noodzakelijk om trainers goed op te leiden, zodat trainen geven leuk blijft en de spelers goed getraind worden. Op deze manier zullen er uiteindelijk meer talenten doorstromen naar de ‘topteams’. De gemeente Ede omarmt dit aantrekkelijke initiatief en draagt financieel bij om dit te realiseren.”
Hebben we het bij DVO dan niet goed voor elkaar? “Zeker wel!”, countert Pieper direct. “We spelen met al onze topteams in de hoogste klassen en ook bijvoorbeeld de A2 speelt heel hoog. Daarnaast zien we in de selectie veel spelers van eigen kweek die strijden om de play-offs. Maar ik ben ervan overtuigd dat er nog veel te winnen is, zeker als we over de hele linie zo willen blijven presteren. Wat dat betreft is dit ook een goed moment om te beginnen aan deze functie en de ‘rijdende trein’ nog sneller proberen te laten gaan. Want uiteindelijk moet je daar altijd naar streven.”
Onder Pieper zal de hoofddoelstelling van het talentontwikkelingsprogramma dan ook ongewijzigd blijven: jeugdspelers opleiden die op League-niveau het verschil kunnen maken. Maar de route van Kangoeroes naar Ahoy kan volgens Pieper een stuk doelgerichter en vanuit zijn opleiding en het grondig bestuderen van bijvoorbeeld de (wereldberoemde) opleiding van Ajax, heeft hij al de nodige bagage en kennis opgedaan.
Een belangrijk verschil tussen ’s werelds beste jeugdopleidingen en onze uitgangspositie schetst hij als volgt: “Het begint met het nastreven van een gezamenlijk doel met de gehele jeugdopleiding, van top tot breedte. Alles wat we doen moet in lijn zijn met de doelstelling. Dat is nu nog niet het geval, en dat is ook goed te verklaren. Ik zie bij DVO iedere dag veel trainers die hun uiterste best doen voor het team dat ze trainen geven, en dat is zeker al een goed begin.”
Maar er komt meer bij kijken. Lars vertelt verder: “Bij de beste jeugdopleidingen ter wereld hebben de trainers ook heel duidelijke kaders vanuit de club, over bijvoorbeeld waarden, normen, en met name de manier van spelen. Het eerste team en de F4 spelen bij de beste jeugdopleidingen ter wereld vanuit precies dezelfde basisprincipes. De intensiteit en complexiteit van de oefenstof en hoe die wordt aangeboden per leeftijdscategorie of niveau – dáármee variëer je. Zodra we deze lijn met de hele club helder hebben en omarmen, worden veel zaken – zoals inhoudelijk discussiëren over korfbal, het voorbereiden van een training, of het analyseren van een wedstrijd – veel makkelijker. Want je kijkt allemaal door dezelfde bril.”
Pieper waarschuwt dat dit niet vanzelf gaat: “We moeten de kaders opstellen, en de trainers intern helpen om met die kaders te werken. Eigenlijk kan je stellen dat iedereen die in de jeugdopleiding werkt, bijvoorbeeld als trainer, onderdeel is van Team Jeugdopleiding DVO. Ik wil dat ze dat ook zo gaan ervaren.”
Het is bovendien cruciaal dat top en breedte blijven samenwerken: “Want ook van de spelers die op een gegeven moment uit de opleidingspiramide stromen, wil je dat ze nog steeds goed trainen krijgen, zodat ze zich op hun eigen tempo en niveau kunnen ontwikkelen. Niet alleen als speler, of als trainer, want die gaan natuurlijk ook vooruit, maar ook als mens. Die pedagogische taak hebben we ook als vereniging.”
Loes van Arendonk, voorzitter van Commissie Korfbalzaken, sluit zich daarbij aan: “We zijn erg blij met het aanstellen van Lars tot Hoofd Jeugdopleiding! In een aantal inspirerende sessies vorig seizoen [de ’trainerscafé’s, red.] is een goede aanzet gedaan tot een prettige samenwerking. De visie en werkwijze van Lars sluiten aan bij wat wij als commissie graag willen uitdragen. Door over de gehele breedte op te leiden, en daarbij zo jong mogelijk te beginnen, zal het niveau van de hele vereniging omhoog gaan. En door de kwaliteit van onze jeugdopleiding nog verder omhoog te brengen, zal ook het plezier toenemen en blijven hopelijk veel kinderen korfballen. We kijken ernaar uit om de basis te verstevigen, door bijvoorbeeld nog meer aandacht te hebben voor de techniek in de jeugd. Deze stevige basis zal uiteindelijk leiden tot een hogere piek. We zien de samenwerking met veel vertrouwen tegemoet!”
Hoe zien de komende maanden eruit? “Ik ga in het begin vooral met veel mensen praten en wil graag kennismaken met zoveel mogelijk trainers. Niet alleen binnen DVO, maar ook daarbuiten. En ik ga bij andere sporten informatie inwinnen. Dat doe ik al jaren vanuit mijn hobby en ambitie, waar ik heel veel van heb opgestoken. En laten we ook eerlijk zijn: deze functie, en zeker de tijd die ik eraan kan gaan besteden, kennen we nog niet echt in het korfbal.”
“Snel daarna wil ik aan de slag met wat meer praktische zaken. We willen het niveau van ons technische kader, dus onze commissieleden, coaches en begeleiders – verhogen. Bijvoorbeeld met initiatieven om onze jeugdcoaches intern volgens de DVO-lijn op te leiden en begeleiding terwijl ze trainen geven zodat zij net als de spelers direct feedback kunnen krijgen.”
“In dezelfde gedachte willen we ook de Groene Draad die we eerder hebben geïntroduceerd mooi verweven in ons beleid. En we willen de samenwerking met de staf van de selectie verbeteren, zodat de connectie tussen top en jeugdopleiding beter is. Ook willen we kijken naar innovatieve trainingsmethoden en betere begeleiding van onze talenten. Want uiteindelijk zijn zij ook in hun vrije tijd bezig om hun dromen waar te maken en als je dan ook nog zit met school, en misschien een bijbaantje, of Oost, of Oranje, en natuurlijk een sociaal leven, dan moet je dat ook wel goed kunnen plannen. Hoe zorg je ondertussen dat je goed eet en slaapt? Waar leg je spanning op en wanneer ontspan je? Daar willen we zeker bij gaan ondersteunen.”
“Bovendien willen we ook simpelweg meer trainingsmogelijkheden en -uren creëren. Want ik maak me eerlijk gezegd wel zorgen over het niveau in sommige hoofdklassen waarin we met onze teams spelen. Dat is voor mijn gevoel sinds corona wel aan het dalen. En dan zit de jeugd tegenwoordig ook veel meer stil op de telefoon of achter de PlayStation. Die generaties komen nu omhoog. Dat alles leidt er weer toe dat onze spelers tijdens de competitie onvoldoende weerstand krijgen om zich optimaal te kunnen ontwikkelen.”
Genoeg te doen dus en daarom heeft Pieper zich in principe voor de komende drie seizoenen verbonden aan de club, een tijdsbestek waar Teunissen erg blij mee is: “Een dergelijk nieuwe manier van werken heeft tijd nodig en moet goed geborgd worden, vooral ook voor de langere termijn. Beleid mag niet aan personen vastzitten, maar aan de club. We zoeken een voor iedere korfballer van Nederland herkenbaar DVO, als je ze binnen de lijnen treft of als coach langs de lijn, waarbij opleiden en plezier samengaan.”
De grootste uitdaging voor Pieper, zo erkent hij zelf ook, is dat het beleid dat hij in de praktijk gaat brengen, ook bestendig is zodra zijn ’termijn’ erop zit: “Wat we nu wel merken in de vereniging is dat al die goede initiatieven, en daarvan zijn er echt veel, dat die vallen binnen personen. En als die personen dan wegvallen, valt het initiatief ook weg. Wat voor de club een heel belangrijk aandachtspunt is, is dat wat ik ga doen, gevangen gaat worden in processen en systemen. Dat betekent dus dat als ik stop, dat al die trainers en coaches en commissies gewoon door kunnen gaan, eventueel onder begeleiding van mijn opvolger.”
Zo ver is het gelukkig nog lang niet. DVO/Transus wenst Pieper heel veel succes en plezier bij zijn nieuwe functie!